Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    Nieuwe artikelen Huidige nummer Vorige nummers
    Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Richtlijnen voor auteurs Colofon Adverteren
    Huidige nummer
    Nummer 6 / 2022 Jaargang 64
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    6 / 2022

    Huidige nummer
  • Accreditatie
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Nummer 2020/3
  3. Afname van depressie en de uitkomst bij de...
Onderzoeksartikel

Afname van depressie en de uitkomst bij de behandeling van angststoornis – een observationele studie van ROM-data

W.H. Braam, J. Spijker, G.J. Hendriks, J.N. Vrijsen
Vorig artikel Volgend artikel

achtergrond De meeste ggz-instellingen in Nederland werken met stoornisspecifieke zorgprogramma’s. Indien er sprake is van comorbiditeit, wat eerder regel is dan uitzondering in de specialistische ggz (sggz), blijkt er onvoldoende evidentie te bestaan als het gaat om het kiezen van de focus van behandeling.
doel Inzicht krijgen in de prevalentie van comorbiditeit met depressie bij patiënten met angststoornissen volgens de dsm-iv-classificatie (angststoornissen inclusief de dwangstoornissen en de posttraumatische stressstoornis). Tevens nagaan of er een verschil is in behandeleffect bij een protocollaire angstbehandeling tussen patiënten met één (of meerdere) angststoornissen zonder of met een comorbide depressie.
methode Retrospectieve studie met gegevens uit routine outcome monitoring over de periode 2012-2017. In deze periode identificeerden we 127 patiënten van wie rom-data en diagnostische criteria beschikbaar waren. Diagnostiek en dsm-classificatie vonden plaats met een klinisch interview. De behandeling werd uitgevoerd conform de Multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen en elke 12 weken systematisch gemonitord met zelfrapportagelijsten, waaronder de Inventory of Depressive Symptomatology (ids) en de Beck Anxiety Inventory (bai).
resultaten Bij 46,5% van de onderzochte patiënten was er een comorbide depressieve stoornis aanwezig. De behandeleffecten bij patiënten met of zonder comorbide depressie verschilden niet van elkaar. Als opvallende bevinding werd gevonden dat de mate van vermindering van de depressieve klachten (gemeten met de ids) voorspellend bleek te zijn voor de mate van vermindering van de angstklachten (gemeten met de bai): een sterkere vermindering van de stemmingsklachten bleek een gunstiger beloop van het effect van de protocollaire angstbehandeling te voorspellen.
conclusie Bij iets minder dan de helft van de patiënten in het zorgprogramma angststoornissen was sprake van een comorbide depressieve stoornis. Traag of niet afnemen van de depressieve symptomen lijkt geassocieerd met een slechter behandelresultaat op de angstklachten.

Download PDF
Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp

Editie

Dit artikel is onderdeel van: Editie 2020/3
Uitgave van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie waarin participeren de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
p/a Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Postbus 20062
3502 LB Utrecht
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2022 Tijdschrift voor Psychiatrie