Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    Nieuwe artikelen Huidige nummer Vorige nummers Themanummers Boekbesprekingen
    Auteursrichtlijnen Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Colofon Adverteren
    Huidige nummer
    Nummer 5 / 2023 Jaargang 65
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    5 / 2023

    Huidige nummer
  • Accreditatie
  • Meetinstrumenten
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Nummer 2016/6
  3. Gebruik van psychoactieve medicatie bij ki...
Oorspronkelijk artikel

Gebruik van psychoactieve medicatie bij kinderen en jongeren met autisme-spectrumstoornis in de provincie Antwerpen

E. Heyde, M. Dhar, H. Hellemans, E. Schoentjes, D. Van West
Vorig artikel Volgend artikel

achtergrond Data over prevalentie van medicatiegebruik bij mensen met autismespectrumstoornis (ass) zijn beperkt, in het bijzonder in Europese landen. Eerdere epidemiologische studies hebben aangetoond dat de prevalentie van gebruik van psychoactieve medicatie bij personen met ass hoog is en toeneemt. Reeds in de jaren 90 werd gesuggereerd dat het frequent gebruik van medicatie bij ass vaak op weinig wetenschappelijke evidentie is gebaseerd.
doel Het gebruik van psychoactieve medicatie en van complementaire en alternatieve middelen (cam) bij kinderen en jongeren met ass in kaart brengen, alsook de relatie onderzoeken tussen medicatiegebruik en een aantal individuele factoren die we omvatten in het Behavioral Model of Health Service Use.
methode De onderzoeksgroep (0-17 jaar) in de provincie Antwerpen werd gerekruteerd via verschillende kanalen. We maakten gebruik van een vragenlijst, gehanteerd in eerder (Noord-Amerikaans) onderzoek, gericht aan ouders.
resultaten Er werden 263 vragenlijsten geïncludeerd. In onze steekproef gebruikte 42,6% van de jeugd één of meerdere psychoactieve middelen. Bij 12,2% werd het gebruik van méér dan één middel gerapporteerd. De meest gebruikte psychoactieve middelen waren adhd-medicatie (31,6%) en antipsychotica (16,7%). Ongeveer 14% nam minstens één cam. We zagen een positieve correlatie tussen medicatiegebruik en aanwezigheid van psychiatrische comorbiditeit en/of epilepsie, ernst van ass en woonvorm.
conclusie We stellen relatief lage prevalentiecijfers vast voor het gebruik van antipsychotica, antidepressiva, stemmingsstabilisatoren en sedativa in vergelijking met Noord-Amerikaanse studies. Onze bevindingen lijken dan ook meer aan te sluiten bij de huidige klinische richtlijnen.

Download PDF
Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp

Editie

Dit artikel is onderdeel van: Editie 2016/6
Uitgave van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie waarin participeren de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
p/a Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Postbus 20062
3502 LB Utrecht
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2023 Tijdschrift voor Psychiatrie