Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    Nieuwe artikelen Huidige nummer Vorige nummers Themanummers Boekbesprekingen
    Auteursrichtlijnen Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Colofon Adverteren
    Huidige nummer
    Nummer 10 / 2025 Jaargang 67
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    10 / 2025

    Huidige nummer
  • Accreditatie
  • Meetinstrumenten
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Nummer 2012/7
  3. Het sociale leven van baby’s en de spectac...
Boekbespreking

Het sociale leven van baby’s en de spectaculaire groei van de hersenen in het eerste levensjaar

Chantal Kemner
Vorig artikel Volgend artikel
Uitgeverij Balans, Amsterdam 2011 176 pagina’s, isbn 978 94 600 3341 4, € 17,95

Psychiaters zijn, voor het grootste deel, zelf het enige instrument dat hun ter beschikking staat. Om de interactie met de ander goed te kunnen evalueren is, naast zelfkennis, een gedegen kennis van de verschillende componenten van de sociale interactie en wederkerigheid onontbeerlijk. De sociale interactie ontwikkelt zich in de eerste zes levensjaren. Nadien heeft men in de dagelijkse omgang te maken met deze grondpatronen van sociale wederkerigheid, die onderhevig zijn aan fenomenen van progressie en regressie naar gelang de omstandigheden en de mate van stress. In de opleiding wordt hier weinig aandacht aan besteed en degenen die geen stage kinder- en jeugdpsychiatrie hebben gelopen, zijn te weinig vertrouwd met deze fascinerende processen. Gelukkig wordt deze leemte op een prachtige wijze gevuld door dit zeer lezenswaardige boek.

Er is weinig zo fascinerend en spectaculair als de ontwikkeling van een baby van weerloos hoopje mens, direct na de geboorte nog onder de smeer, tot een parmantige sprekende, onderzoekende, eigenzinnige peuter van bijna twee jaar die een sterke eigen wil laat zien. Dit fenomeen is een wonder van de wisselwerking tussen de evolutionair in aanleg aanwezige potentialen en de omgeving. Hierbij moeten we niet vergeten dat de baby zelf ook een grote impact heeft op zijn omgeving. Ieder mens is in dezen ervaringsdeskundige, maar wij hebben het niet bewust meegemaakt.

In de afgelopen jaren heeft het brein een grote plek ingenomen in het denken. Ouders ‘kiezen’ tegenwoordig heel bewust voor het krijgen van kinderen en hebben hoge verwachtingen. Zij weten veel en zoeken alles op, maar beschikken vaak over te weinig kennis van de boeiende fases in de wederkerige ontwikkeling die ze doormaken samen met hun kind. Maar deze processen werpen ook lange schaduwen vooruit. Het belonings­systeem, de stressverwerking, de erfelijke kwetsbaarheid, de progressies en regressies in het sociaal­emotioneel functioneren gaan levenslang voort en worden in hun ontregeling teruggevonden bij vele vormen van psychiatrische stoornissen, van depressie tot verslaving en van persoonlijkheidsproblemen tot psychoses.

Chantal Kemner brengt een schat aan ervaring als wetenschapper op het gebied van de ontwikkeling en het functioneren van de hersenen op een heldere en verantwoorde wijze over. Zij neemt ons mee door systematisch de weg van genotype naar fenotype te doorlopen. Zij introduceert de lezer in de wonderlijke wereld van netwerken in het brein. Zij vertelt ons hoe het brein leert en hoe de baby oefent, zijn waarnemingsnetwerk versterkt, hoe de hersenen zichzelf belonen, stress verwerken en de omringende sociale wereld leren begrijpen. Zij doet dit door ons eenvoudig, stapsgewijze de vorming en de werkwijze van het zich ontwikkelende brein, met tekst, schema’s en voorbeelden uit te leggen.

Maar het is niet alleen maar droge kost, van gen tot mens, van muis tot mensenkind. Kemner prikkelt onze belangstelling door zichzelf als moderne moeder onverhuld in beeld te brengen met voorbeelden en anekdotes.

Dit boek zou verplichte literatuur moeten worden voor allen die werkzaam zijn in de (geestelijke gezondheids)zorg, in alle leeftijdscategorieën, omdat de beschreven processen voortduren, met progressie en regressie. Deze gedegen kennis van de vroege ontwikkeling helpt begrijpen en bevatten hoe wonderlijk het is dat het meestal goed gaat, maar maakt ook akelig begrijpelijk hoe vroege ontwrichtingen lange, kwetsbare schaduwen vooruit werpen.

R.J. van der Gaag

Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp

Editie

Dit artikel is onderdeel van: Editie 2012/7
Uitgave van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie waarin participeren de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2025 Tijdschrift voor Psychiatrie