achtergrond Recent onderzoek heeft aangetoond dat agressie geassocieerd is met een hogere consumptie van 'zo-nodig-medicatie'. Uit dit onderzoek blijkt dat zo-nodig-medicatie niet alleen vlak voor of na agressie-incidenten wordt gegeven maar ook op andere momenten. Wij vroegen ons af of agressie, naast meer gebruik van zonodig- medicatie, ook leidt tot veranderingen in reguliere medicatie.
doel Onderzoeken van de associatie tussen agressie en veranderingen in reguliere medicatie.
methode In een prospectief observationeel onderzoek, uitgevoerd op drie afdelingen die gespecialiseerd zijn in gedragsstoornissen, werden agressieve patiënten vergeleken met niet-agressieve patiënten wat betreft medicatieveranderingen. De volgende medicatieveranderingen werden onderzocht: starten, stoppen, dosisverhogingen, dosisverlagingen, switchen van middel binnen eenzelfde farmacotherapeutische geneesmiddelengroep en veranderingen van toedieningsvorm.
resultaten In de onderzoeksperiode werden 174 patiënten geïncludeerd. In totaal werden 1.107 incidenten, veroorzaakt door 106 (61%) patiënten, geregistreerd. Starten van nieuwe medicatie en dosisverhogingen kwamen significant vaker voor bij agressieve patiënten. De overige medicatiewisselingen bleken niet-significant vaker voor te komen.
conclusie Deze onderzoeksresultaten tonen aan dat agressie leidt tot het gebruik van meer reguliere medicatie in hogere doseringen.