Dit boek omvat acht beknopte, zeer uiteenlopende hoofdstukken over mensen met lastig en onaangepast gedrag. Er wordt een onderverdeling gemaakt in een groep waarbij sprake is van een persoonlijkheidsstoornis en een groep waarbij het moeilijke gedrag voortkomt uit een dysfore stemming. Bij deze laatste groep gaat het met name om mensen met een (niet onderkende) depressieve stoornis met atypische kenmerken. Op de groep met een dysfore stemming wordt verder niet ingegaan. Voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis worden 'richtlijnen' gegeven. De rode draad bij deze richtlijnen is een waarschuwing de interactiestijl van mensen met een persoonlijkheidsstoornis niet te willen veranderen. Ondanks de door de auteurs aangedragen jarenlange ervaring, blijft de uitwerking van deze richtlijnen uiterst oppervlakkig. Er is een hoofdstuk over socratisch motiveren, waarbij het gaat om met de patiënt te zoeken naar alternatieve, meer adequate manieren om een doel te bereiken. Verder wordt een algemeen model voor conflicthantering beschreven en een gedragstherapeutische behandeling van agressieve impulsdoorbraken. Het opzetten van een instellings- en programmaoverschrijdend behandelplan bij extra moeilijke patiënten met een borderline- stoornis wordt nader uitgewerkt. Een interessant en voor de praktijk goed bruikbaar hoofdstuk ten slotte is van Korrelboom over de behandeling van mensen met een lage frustratietolerantie. Het boek als geheel vertoont weinig samenhang.