Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    Nieuwe artikelen Huidige nummer Vorige nummers Themanummers Boekbesprekingen
    Auteursrichtlijnen Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Colofon Adverteren
    Huidige nummer
    Nummer 4 / 2025 Jaargang 67
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    4 / 2025

    Huidige nummer
  • Accreditatie
  • Meetinstrumenten
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Nummer 2005/4
  3. De dwangstoornis bij kinderen en adolescenten
Overzichtsartikel

De dwangstoornis bij kinderen en adolescenten

E. de Haan, C. Huyser, F. Boer
Vorig artikel Volgend artikel

achtergrond   De dwangstoornis of obsessieve compulsieve stoornis komt bij kinderen en adolescenten relatief weinig voor. De stoornis kan echter zeer invaliderend zijn, met invloed op alle gebieden van het functioneren en op het gezinsleven.
doel   Een overzicht geven van de belangrijkste onderzoeksbevindingen van de laatste jaren op het gebied van etiologie, verklaring en behandeling van de dwangstoornis bij kinderen en adolescenten. Er is weinig onderzoek hierover, maar de uitkomsten zijn relevant voor clinici.
methode   Voor de samenstelling van dit artikel is gebruikgemaakt van de databases van PubMed (1995-2004), PsychLit, en de Cochrane Library.
resultaten   De dwangstoornis komt voor bij 0,06% tot 2% van de kinderen tot 18 jaar. Familiaire factoren en erfelijkheid spelen een belangrijke rol bij het ontstaan. De psychologische en biologische verklaringsmodellen zijn bij kinderen nog weinig onderzocht. Net als bij volwassenen is bij kinderen hyperactiviteit in het cortico-striatale-thalame circuit vastgesteld. De evidence-based behandeling is cognitieve gedragstherapie, al dan niet in combinatie met medicatie (selectieve serotonineheropnameremmers of clomipramine). Met cognitieve gedragstherapie wordt een gemiddelde verbetering van ongeveer 60% bereikt. Selectieve serotonineheropnameremmers hebben ten opzichte van placebo een weliswaar significant, maar gering effect. De combinatie van cognitieve gedragstherapie en selectieve serotonineheropnameremmers heeft een gering, maar significant groter effect dan cognitieve gedragstherapie. Er is een vrij groot aantal non-responders (15-40%).
conclusie   Cognitieve gedragstherapie en farmacotherapie (zoals selectieve serotonineheropnameremmers) zijn effectieve behandelmethoden voor de obsessieve compulsieve stoornis bij kinderen en adolescenten. Onderzoek naar de behandeling van non-responders is gewenst. Onderzoek naar verklaringsmodellen is van belang voor het ontwikkelen van effectievere behandelmethoden, maar heeft vooralsnog weinig bruikbare informatie opgeleverd.

 

Download PDF
Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp

Editie

Dit artikel is onderdeel van: Editie 2005/4
Uitgave van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie waarin participeren de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2025 Tijdschrift voor Psychiatrie