Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    Nieuwe artikelen Huidige nummer Vorige nummers Themanummers Boekbesprekingen
    Auteursrichtlijnen Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Colofon Adverteren
    Huidige nummer
    Nummer 3 / 2023 Jaargang 65
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    3 / 2023

    Huidige nummer
  • Accreditatie
  • Meetinstrumenten
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Nummer 1975/1
  3. Biochemisch onderzoek van 'schizofrenie'
Korte bijdrage

Biochemisch onderzoek van 'schizofrenie'

H.M. van Praag, J. Korf
Vorig artikel Volgend artikel

Ik stelde vast, dat de resultaten van het biologische psychosenonderzoek tot nog toe onopvallend zijn geweest en dat het ontbreken van een researchstrategie hiertoe belangrijk heeft bijgedragen.
Ik stelde voorts dat neuroleptica deze leemte kunnen opvullen: dat zij als kristallisatiepunt van werkhypothesen kunnen fungeren, geheel overeenkomstig de rol die antidepressiva bij het biologische depressieonderzoek vervullen. Ik heb hierbij de volgende redenering toegepast.
Neuroleptica zijn chemisch heterogeen. Niettemin stemmen zij op twee punten overeen. Psychopathologisch: zij sorteren een therapeutisch effect bij psychosen. Biochemisch: zij reduceren in de hersenen CA-erge transmissie. Dit roept op z'n minst 3 vragen op:
1 — wordt de CA-erge transmissie door neuroleptica ook bij de mens geblokkeerd;
2 — vertoont de psychotische patient tekenen van CA-erge hyperactiviteit;
3 — bestaat er verband tussen het biochemische en psychopathologische werkingsprofiel van neuroleptica?
Deze vragen vormen met elkaar een adequate researchstrategie.
Althans, wij hebben ze als zodanig gebruikt. De voornaamste resultaten van het desbetreffende onderzoek zijn tot dusverre: 

Biochemisch onderzoek van' schizofrenie'

1 — De onderzochte neuroleptica — chloorpromazine, haloperidol en oxypertine — beïnvloeden de centrale CA stofwisseling ook bij de mens en wel in een richting die op grond van gegevens uit dierexperimenten verwacht werd.
2 — Verhoogde turnover van DA in de hersenen komt bij psychosen voor, maar dit verschijnsel is niet zozeer gekoppeld aan 'echte' psychotische symptomen als waan en hallucinatie, als wel aan de factor motorische agitatie.
3 — Als eerste van een reeks studies werden chloorpromazine en oxypertine vergelijkend onderzocht. Het eerste middel werd gekozen omdat het geacht wordt DA-erge én NA-erge transmissie te verminderen, het tweede omdat het meer selectief de NA-erge transmissie blokkeert. Op grond van dit biochemisch onderscheid werd een drietal hypothesen opgesteld over de te verwachten klinische verschillen. Deze hypothesen konden in grote lijnen worden bevestigd. Dit maakt het waarschijnlijk dat het biochemische werkingsprofiel van neuroleptica, beter dan hun chemische structuur, voorspellingen toelaat over hun klinisch werkingsprofiel.
Wij zoeken thans naar argumenten die het fundament van deze theorie verder kunnen versterken.

Download PDF
Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp

Editie

Dit artikel is onderdeel van: Editie 1975/1
Uitgave van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie waarin participeren de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
p/a Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Postbus 20062
3502 LB Utrecht
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2023 Tijdschrift voor Psychiatrie