Op de vraag welke hersenregio’s betrokken zijn bij de herkenning van emotionele gezichten, zullen de meeste psychiaters met een zwak voor neurowetenschappen een redelijk antwoord kunnen verzinnen. Op de vraag hoe deze hersenregio’s met elkaar verbonden zijn, denk ik dat weinigen onder ons zich geroepen zullen voelen om een gok te wagen. Evenmin uw dienaar, die met enthousiasme deze atlas met verrassend gedetailleerde plaatjes van de bedrading in ons hoofd doorgebladerd heeft.

Psychiater Catani en neurowetenschapper Thibault de Schotten, beiden verbonden aan de Institute of Psychiatry, King’s College London, stellen de kennis te boek die het resultaat is van een recent ontwikkelde beeldvormingstechniek, te weten diffusietensor-mri-tractografie. Met deze techniek exploreert men het relatief onontgonnen terrein van de wittestofconnecties tussen hersenregio’s en deze is een belangrijke methode in een tijdperk waarin connectiviteit één van de grote uitdagingen vormt bij het ontrafelen van de geheimen van het brein.

Vergis u niet, dit onderzoeksveld is jong, maar kende een fenomenale groei over de laatste jaren. Dit boek komt dus op het juiste moment en zal hypothesevormend en -toetsend werken bij connectiviteitsstudies. Voor clinici met meer neuropsychiatrische interesse vormt dit boek een handig naslagwerk om klinische bevindingen te correleren met letsels onder de hersenschors.

Dit boek, dat de huidige stand van zaken bevat over hersenverbindingen op basis van in-vivo-dti-tractografie, mag niet ontbreken in de boekenkast van een psychiater-neurowetenschapper die mee wil gaan met zijn of haar tijd.

M. Vandenbulcke