De antidepressiva zijn in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontdekt, als werkzame middelen ter behandeling van depressies. De eerste middelen waren de tricyclische antidepressiva en de (klassieke) monoamineoxidaseremmers. Sindsdien is het arsenaal uitgebreid, met als bekendste categorie de selectieve serotonineheropnameremmers ( ssri ’s). Met name de ssri ’s zorgden voor een doorbraak: een enorme toename van de prescriptie, niet alleen aan patiënten met depressies, maar ook aan patiënten met allerlei andere stoornissen. Dit boek, met alleen Amerikaanse auteurs, beoogt achtergrondinformatie te bieden voor een verantwoord gebruik van deze groep van geneesmiddelen.

Na een korte inleiding wordt in de eerste vijf hoofdstukken de toepassing bij de diverse stoorniscategorieën besproken. Allereerst in 49 pagina’s de unipolaire en bipolaire depressie. Vervolgens de angststoornissen inclusief de obsessieve-compulsieve stoornis, schizofrenie en de schizoaffectieve stoornis, persoonlijkheidsstoornissen en stoornissen in middelengebruik. Alleen al de omvang van deze vier hoofdstukken (totaal 129 pagina’s) maakt duidelijk dat de naam antidepressiva eigenlijk achterhaald is. De volgende vier hoofdstukken gaan over de toepassing bij kinderen en adolescenten, bij ouderen, bij somatisch zieke patiënten en tijdens zwangerschap en lactatie.

Ten slotte wordt het boek afgesloten met een hoofdstuk over de rol van verpleegkundigen, waaronder de Amerikaanse variant van de Nederlandse verpleegkundig specialist bij het voorschrijven van antidepressiva. Dit hoofdstuk is vooral nuttig voor het Amerikaanse lezerspubliek.

Concluderend: voor wie meer wil weten over antidepressiva een boek met veel nuttige informatie, maar omdat zo’n boek in tegenstelling tot artikelen en cochranereviews niet peer-reviewed is, zou het zomaar nog meer fouten kunnen bevatten. Dat geeft ook de beperking van boeken aan.

W. Nolen