achtergrond In dsm-iii en -iii-r stond autisme (ass) op as II. De stoornis werd gezien als een gebrekkige persoonlijkheidsintegratie op basis van in aanleg aanwezige informatieverwerkingsproblemen vooral op het gebied van de sociale cognities. In dsm-iv stond autisme opeens op as I: een toestandsbeeld? Nee, een ontwikkelingsstoornis die begeleiding in de levensloop nodig heeft, en die wordt in de VS niet gegeven noch vergoed als je een as-II-stoornis hebt.
doel Onderzoeken hoe de relatie ligt tussen autismespectrumstoornissen (ass) als pervasieve ontwikkelingsstoornis en persoonlijkheidstoornissen.
methoden Literatuuronderzoek naar de relatie tussen ass en persoonlijkheidsontwikkeling en persoonlijkheidsstoornissen. resultaten Van pdd-nos werd gesteld dat de diagnose niet meer gegeven mocht worden als na het 18e levensjaar aan de criteria voor een persoonlijkheidsstoornis werd voldaan. Toch zijn er 76 publicaties waarin de relatie tussen ass en persoonlijkheidsstoornissen geëxploreerd wordt. In 1985 publiceerden Rumsey en Rappoport een eerste follow-upstudie over de lotgevallen van volwassenen die als kind de diagnose 'hoog functionerend autisme' hadden gekregen. Allen voldeden nog steeds aan de criteria voor een autistische stoornis, maar inmiddels ook aan die van een persoonlijkheidsstoornis (vermijdend, schizoïd of schizotypisch).
conclusie De vraag van de relatie van autisme als ontwikkelingsstoornis en de persoonlijkheidsontwikkeling is dus niet van gisteren. In deze presentatie zal ingegaan worden op de relatie tussen autismespectrumstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen vanuit een conceptueel, functioneel en dimensioneel oogpunt.