achtergrond Theory of mind (ToM) is het vermogen om mentale toestanden zoals gedachten of intenties aan mensen toe te kennen en daardoor gedrag te kunnen verklaren, voorspellen en manipuleren. Een groot aantal onderzoeken heeft ToM-afwijkingen aangetoond bij patiënten met schizofrenie. Er is niet onderzocht of er verschillen zijn in ToM tussen patiënten met vroeg en laat ontstane schizofrenie.
doel Vaststellen of er verschillen zijn in aard en ernst van ToM afwijkingen tussen patiënten met vroeg en laat ontstane paranoïde schizofrenie.
methoden Uit het cohort van de Amsterdamse soul (Schizofrenie op OUdere Leeftijd) studie werden vijftien patiënten geselecteerd met vroeg ontstane schizofrenie en vijftien patiënten met laat ontstane schizofrenie. Daarnaast werden dertig gezonde oudere controlepersonen gerekruteerd, gematcht in leeftijd en geslacht met de patiëntengroep. Bij alle proefpersonen werden de volgende vijf ToM-testen afgenomen: de hintingtaak, een eerstegraads en tweedegraads false belieftaak, en een eerstegraads en tweedegraads deception- taak. Met behulp van statistische analyses zal worden onderzocht of er verschillen zijn in ToM tussen groepen patiënten met vroeg ontstane en laat ontstane schizofrenie.
resultaten Resultaten zullen tijdens het symposium worden gepresenteerd.
conclusie Theory of mind-fwijkingen zijn wellicht een relevante discriminerende variabele tussen patiënten met vroeg en laat ontstane schizofrenie.