achtergrond Onderzoek naar psychose en depressie geeft dagelijks nieuwe inzichten, maar deze studies gaan meestal over jongeren. Dit proefschrift gaat over ouderen.
doel Onderzoeken van de prevalentie en prognose van psychotische stoornissen bij ouderen. Bestuderen van relaties tussen depressies, cognitieve achteruitgang en cerebrovasculaire afwijkingen bij ouderen.
methoden Er werd gebruikgemaakt van bestaande nationale en internationale epidemiologische en klinische datasets.
resultaten Psychotische symptomen ontstaan vaak pas in de tweede levenshelft. De vijfjaarsprognose is bovendien bijzonder ongunstig wanneer 65+'ers een eerste psychose krijgen, met name is het beloop dan vaker chronisch van aard. Depressie bij ouderen gaat gepaard met cognitieve stoornissen die, in tegenstelling tot vroegere voorstellingen, vaak blijvend zijn. Bij gezonde ouderen blijkt depressie verder een risicofactor te zijn voor versnelde cognitieve achteruitgang. Kleine laesies in de witte stof van de hersenen liggen aan de cognitieve stoornissen ten grondslag.
conclusie Laat ontstane psychosen komen vaker voor dan gedacht en laten enige klinische verschillen zien met vroeg ontstane vormen. Depressie blijkt een risicofactor te zijn voor blijvende cognitieve stoornissen. Hierin spelen cerebrovasculaire afwijkingen een belangrijke rol.