achtergrond Er is nog weinig inzicht in predictoren van een chronisch beloop van depressie en angststoornissen. Beloopstudies kunnen ons hier informatie over geven.
doel Inzicht in zevenjaarsbeloop van depressie en angststoornissen.
methoden Driehonderddrie respondenten, afkomstig van nemesis/nesda, met een depressieve of angststoornis werden geïnterviewd. Uitkomstmaten waren cidi-diagnose na zeven jaar en percentage tijd met depressieve/ angstsymptomen gedurende zeven jaar, retrospectief bepaald door middel van de Life Chart Interview (lci). Diverse predictoren werden onderzocht.
resultaten Na zeven jaar had 60,7% geen twaalfmaands depressie/angstdiagnose. Het risico op een diagnose was groter voor personen met een angststoornis en een comorbide stoornis in vergelijking met een depressie. Verminderd lichamelijk functioneren en neuroticisme voorspelden een slechter beloop. Gedurende zeven jaar follow-up had 37,3% geen depressieve/angstsymptomen volgens de
lci, 51,8% had minder dan de helft van de tijd symptomen, 10,9% de helft of meer van de tijd. Een angststoornis of comorbide stoornis resulteerde in een chronischer beloop. Neuroticisme en traumatische jeugd voorspelden een slechter beloop.
conclusie Een relatief hoog percentage was vrij van depressie en angst. Een angststoornis had een slechter beloop dan depressie. Predictoren waren neuroticisme, verminderd lichamelijk functioneren en een traumatische jeugd.