toelichting Ondanks eerdere pogingen om subtypen te ontwikkelen voor depressieve stoornissen, blijft de heterogeniteit van depressie in het huidige classificatiesysteem een punt van discussie. Deze laait momenteel verder op rondom nieuwe dsm-v-discussies. Dit symposium presenteert gegevens van de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (nesda) met recente resultaten over heterogeniteit in depressie. Belangrijke informatie over relevante heterogeniteit is te halen uit beloopstudies, aangezien predictoren van chronisch beloop ons inzicht geven in relevante subgroepen die ook in de klinische praktijk zouden moeten worden onderscheiden. Karsten toont resultaten over de relevantie van subtresholddepressiebeelden. Lamers zal een drietal depressiesubtypen presenteren op basis van symptoomprofielen. Rhebergen en Penninx presenteren het twee- en zevenjaarsbeloop van depressie en angststoornissen, waarbij ook gekeken is naar predictoren van chroniciteit. Ten slotte zal Beekman de discussie starten over hoe de belangrijkste gepresenteerde inzichten invloed kunnen hebben voor de klinische praktijk.
leerdoelen Aan het einde van de sessie moet de deelnemer meer inzicht hebben in heterogeniteit van depressie op basis van recente onderzoeksresultaten en een beter begrip van hoe heterogeniteit van depressie in de klinische praktijkvoering een rol kan spelen.