Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    Nieuwe artikelen Huidige nummer Vorige nummers Themanummers Boekbesprekingen
    Auteursrichtlijnen Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Colofon Adverteren
    Huidige nummer
    Nummer 10 / 2025 Jaargang 67
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    10 / 2025

    Huidige nummer
  • Accreditatie
  • Meetinstrumenten
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Artikelen
  3. Polyfarmacie met atypische antipsychotica:...
Boekbespreking

Polyfarmacie met atypische antipsychotica: prevalentie en motivatie

W.J. Broekema
S-13

achtergrond De richtlijn Schizofrenie beveelt monotherapie met een (atypisch) antipsychoticum aan. In de praktijk komt polyfarmacie echter voor. Vanuit prevalentieonderzoek en interviews worden de prevalentie van polyfarmacie en de motivatie beschreven. Tevens wordt gekeken naar de mate van anticholinerge belasting.
doel Inzicht verkrijgen in de prevalentie en motivatie van polyfarmacie met atypische antipsychotica.
methoden Gegevens over de prevalentie en de aard van de polyfarmacie bij atypische antipsychotica zijn gebaseerd op een Europees onderzoek (n = 2725, merendeels klinische patiënten, 1999). In een onderzoek binnen de Symfora groep (n = 319, klinische patiënten, 2007) is primair de anticholinerge belasting in brede zin gemeten. In een ander onderzoek binnen de Symfora groep is de motivatie bij iedere patiënt (n = 7 psychiaters) en de aard van de combinatie atypisch-klassiek antipsychoticum gemeten (n = 127 patiënten, klinische patiënten, 2009).
resultaten Voor de patiënten met atypische antipsychotica geldt: —— In Europa ontvangt (in 1999) 42% een combinatie van een atypisch antipsychoticum met een klassiek antipsychoticum; exclusief laagpotente antipsychotica is dit 24%. In 2007 bedraagt de combinatie binnen de Symfora groep overall 34%. —— Bij 47% (Europa, 1999) en 50% (Symfora groep, 2007, klinische patiënten) is er geen comedicatie met een antipsychoticum en/of met een anticholinergicum; 85% is anticholinerg belast door comedicatie en/of door een intrinsieke anticholinerge werking (Symfora groep, 2007, klinische patiënten). —— De meest frequent opgegeven motivatie (67%, Symfora groep 2009, klinische patiënten) voor de combinatie atypisch-klassiek antipsychoticum is onvoldoende effectiviteit; het onderdrukken van bijwerkingen scoort veel lager (7%). De combinatie clozapine-flupentixol komt het meeste voor.
conclusie Een derde van de klinische patiënten met een atypisch antipsychoticum ontvangt daarbij een klassiek antipsychoticum. De meest genoemde reden is onvoldoende werkzaamheid van het atypische antipsychoticum. Veel van deze patiënten (tot 85%) worden anticholinerg belast.

Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp
Uitgave van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie waarin participeren de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2025 Tijdschrift voor Psychiatrie