achtergrond Het specialistisch centrum voor eetstoornissen Amarum te Zutphen kent sinds eind jaren negentig een behandelprogramma dat begeleid wordt door een uitgebreide set van voor- en nametingen aan de hand van standaardvragenlijsten. Een van de groepen waarvoor speciale aandacht is, maar waar weinig over bekend is, betreft mensen met obesitas. Tweehonderdvijftig patiënten met een binge eating disorder in combinatie met obesitas kregen bij Amarum ongeacht de mate van eetpathologie, psychopathologie en obesitas eenzelfde eendaagse deeltijdbehandeling.
doel De vraag die in dit onderzoek wordt onderzocht is of psychopathologiekenmerken behandelsucces voorspellen.
methoden Demografische gegevens werden gehaald uit het patiëntregistratiesysteem. Psychopathologie werd gemeten met de neo-pir, de scl-90 (Symptom Checklist) en de BDI (Beck Depression Inventory). Binge eating triggers worden gemeten met de Binge Eating Trigger questionnaire. De mate van obesitas wordt gemeten met de bmi (body mass index).
resultaten In het onderzoek zijn ruim 200 patiënten geïncludeerd en opgedeeld in vier groepen al naar gelang de mate van succes na beëindiging van de behandeling. Vervolgens is retrospectief gekeken naar verschillen in psychopathologiekenmerken tussen deze vier groepen, die mogelijk overeenkomen met het eerder beschreven onderscheid in hoog en laag negative affect subtypen. Demografische gegevens, binge eating triggers en de mate van obesitas zijn meegenomen als mogelijke confounders en effectmodificatoren. In de presentatie wordt ingegaan op de eerste bevindingen.
conclusie Dit onderzoek illustreert hoe longitudinale gegevens mits goed en uitgebreid verzameld, bruikbaar kunnen zijn voor de beantwoording van zowel wetenschappelijke vragen als vragen relevant voor de zorgpraktijk.