Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    Nieuwe artikelen Huidige nummer Vorige nummers Themanummers Boekbesprekingen
    Auteursrichtlijnen Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Colofon Adverteren
    Huidige nummer
    Nummer 10 / 2025 Jaargang 67
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    10 / 2025

    Huidige nummer
  • Accreditatie
  • Meetinstrumenten
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Artikelen
  3. Hippocampusatrofie, maar niet wittestofsch...
Boekbespreking

Hippocampusatrofie, maar niet wittestofschade of corticale atrofie verslechtert de respons op ect bij depressieve ouderen

M.L. Oudega, E. Van Exel, M. Wattjes, P.H. Scheltens, P. Eikelenboom, A.J.M. De Craen, H.C. Comijs, A.T.F. Beekman, M.L. Stek
S-20

achtergrond Elektroconvulsieve therapie (ect) is een belangrijke behandeling bij depressieve ouderen. Wittestofschade, hippocampusatrofie of corticale atrofie beïnvloedt mogelijk de respons op ect.
doel In deze studie wordt gezocht naar aanwijzingen of schade in het brein gepaard gaat met een verslechterde respons op ect bij depressieve ouderen.
methoden In een klinisch cohort van 81 ouderen met een gemiddelde leeftijd van 74 jaar en een unipolaire depressie werden mri-opnames gemaakt en gescoord voor de start van ect. ittestofschade werd gemeten met de Age-Related White Matter Changes-schaal en de fazekas-schaal, hippocampusatrofie werd gemeten met de Medial Temporal Lobe Atrophy-schaal en corticale atrofie met de Global Cortical Atrophy-schaal. De ernst van de depressieve symptomen werd gemeten aan de hand van de Montgomery-Åsberg Depression Rating Scale (madrs). Remissie op ect-behandeling werd gedefinieerd als een score beneden de 10 punten op de madrs.
resultaten Patiënten met matige of ernstige hippocampusatrofie hadden een lagere gemiddelde afname van de madrs-score na ect (38% afname van madrs-score bij de patiënten met ernstige hippocampusatrofie vergeleken met 66% afname in de patiënten zonder hippocampusatrofie; p = 0,008). Het relatieve risico op remissie bij patiënten met matige of ernstige hippocampusatrofie was 0,31 (95%-betrouwbaarheidsinterval 0,13-0,77; p = 0,01) vergeleken met patiënten zonder hippocampusatrofie. Er was geen verschil in afname van de madrs-score voor wittestofschade of corticale atrofie.
conclusie Hippocampusatrofie, maar niet wittestofschade of corticale atrofie draagt bij aan een slechte respons op ect. Deze bevindingen laten zien dat bepaling van hippocampusatrofie bij depressieve ouderen bijdraagt aan een voorspelling van respons op ect-behandeling.

Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp
Uitgave van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie waarin participeren de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2025 Tijdschrift voor Psychiatrie