achtergrond Steeds meer onderzoeken laten zien dat mensen met autisme al op een basaal niveau in hun visuele waarneming afwijkingen vertonen. Met name de rol van lokale en globale aspecten lijkt verstoord te zijn, waarbij vaak de detailgeoriënteerde focus (focus op lokale aspecten) ten koste gaat van de integratie in grote gehelen (verwerking van globale aspecten). Of dit patroon zich ook bij hele jonge kinderen met autisme voordoet, is niet duidelijk.

doel Onderzoeken hoe mensen met autisme visuele informatie selecteren. Vooral de rol van lokale en globale symmetrieën wordt onderzocht, waarbij gekeken wordt naar ontwikkelingseffecten door zowel volwassenen als kinderen van verschillende leeftijden te testen.

methoden Oogbewegingen werden gemeten bij mensen van verschillende leeftijden met een autismespectrumstoornis. Dit gebeurde tijdens een passieve kijktaak waarbij abstracte displays aangeboden werden. Deze displays bevatten elementen die wel of niet symmetrisch waren, en daarnaast werd ook de relatieve positie van deze elementen gemanipuleerd.

resultaten Spatiële en temporele maten van de oogbewegingen laten zien dat de scanpatronen van de mensen met autisme minder gedreven worden door globale symmetrieën. Tevens vonden wij ontwikkelingseffecten en enkele algemene verschillen in scanpatronen voor de abstracte displays tussen de groepen met autisme en de controlegroepen.

conclusie Op het niveau van selectie van visuele informatie zijn al op jonge leeftijd verschillen te zien tussen de groep met autisme en hun controlegroep.