achtergrond In Amsterdam worden relatief veel langdurig van zorg afhankelijke patiënten ambulant behandeld. Bij het zogenaamde Stedelijke Chroniciteitsonderzoek is vastgesteld dat van alle bij de ggz ingeschreven patiënten, er 4500 voldoen aan de criteria voor chroniciteit. Wat is hun huidige kwaliteit van leven is en komt de ggz aan hun behoeften aan zorg tegemoet?

doel Het vaststellen van de kwaliteit van leven en de vervulde en onvervulde behoeften aan zorg bij een chronische populatie die grotendeels zelfstandig woont; het vaststellen van een eventueel verband tussen kwaliteit van leven en behoeften aan zorg; nagaan of er op deze variabelen verschillen bestaan tussen de intramurale groep, de begeleid wonen groep en de ambulante groep.

methode Bij een gestratificeerde steekproef van 320 patiënten, getrokken uit de populatie van 4500 langdurig zorgafhankelijke patiënten zijn de verkorte versie van de Manchester Short Assessment of Quality of Life (mansa), en de Camberwell Assessment of Need, cliënt- en hulpverlenersversie, afgenomen.

resultaten Drie vierde van de patiënten geeft aan een redelijke tot goede kwaliteit van leven te hebben; een vierde een matige tot slechte. Bij een derde is de kwaliteit van leven op het domein lichamelijke gezondheid matig tot slecht; een vierde meldt een slechte kwaliteit op het domein sociaal leven. Praktische behoeften op het gebied van huisvesting, huishouden, zelfverzorging en zorg voor kinderen zijn over het algemeen vervuld. Veel onvervulde zorgbehoeften worden aangegeven op de domeinen sociale contacten, psychisch welbevinden en psychotische symptomen; eveneens bij werk en uitkeringen. Over een eventueel verband tussen kwaliteit van leven en zorgbehoeften en een eventueel verband met behandelsetting wordt op het congres gerapporteerd.

conclusies Het merendeel van de chronische patiënten in ggz-zorg heeft een redelijk tot goede kwaliteit van leven, maar er blijven veel (onvervulde) behoeften aan zorg bestaan.