achtergrond Een van de consistentste bevindingen in de literatuur over suïcidepreventie is het gegeven dat suïcidanten eerder een of meer suïcidepogingen deden. Suïcidanten presenteren zich bij verschillende instanties (huisartsen, eerstehulpafdelingen, politie, ggz, enz.) die onderling geen afspraken hebben gemaakt over gezamenlijke behandeling. In Den Bosch is een stedelijk protocol van toepassing dat voor al deze instanties vastlegt hoe te handelen bij een suïcidepoging. Daarbij is de onderlinge samenwerking duidelijk vastgelegd.

doel Onderzoeken of sinds het in werking treden van het protocol het aantal suïcides is afgenomen en of de samenwerking is verbeterd.

methode Een search in suïcidebestanden van de ggd en vergelijken met voorgaande periodes. Interviews met sleutelfiguren bij de diverse samenwerkende partners.

resultaten De resultaten zullen op deze poster worden gepresenteerd.

conclusie De te trekken conclusies zijn input voor de evaluatie van het suïcidepreventieproject.