Tot op heden zijn er nogal wat onderzoeken verschenen over de prevalentie van eetstoornissen bij kinderen. Binnen deze populatie vraagt de groep kinderen met een verstandelijke beperking n bijzondere aandacht. Inmiddels staat vast dat kinderen met een verstandelijke beperking een grotere kans op eetstoornissen hebben dan leeftijdsgenootjes zonder een verstandelijke beperking. Ook zijn er aanwijzingen dat deze eetstoornissen bij eerstgenoemde groep anders zijn. Het mag geen verbazing wekken dat langdurende eetstoornissen ernstige nadelige gevolgen hebben voor zowel het kind als zijn omgeving.

Het is belangrijk om de risicofactoren en oorzakelijke factoren van eetstoornissen bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke beperking te onderzoeken. Hierbij spelen vaak somatische aandoeningen, genetische achtergrond en omgevingsvariabelen, zoals institutionalisering een belangrijke rol. De complexiteit van eetstoornissen bij kinderen met een verstandelijke beperking is meestal zeer groot en vraagt om een brede hulp verlening. Bij een goed georganiseerde zorg wordt de hulp gericht op de ontwikkeling van het kind met een verstandelijke beperking, alsook op de begeleiding van het gezin en de bredere omgeving van het kind.

In dit overzicht wordt de huidige stand van zaken op het gebied van eetstoornissen bij kinderen met een verstandelijke beperking gegeven.