achtergrond Emotieherkenningsstoornissen zijn met verschillende paradigmata aangetoond bij patiënten met schizofrenie. Een bimodaal (audiovisueel) paradigma werd tot op heden slechts zelden toegepast. Toch is het bimodaal aanbieden van emotioneel materiaal relevant: een dergelijke opzet is ecologisch meer valide, en biedt voorts de mogelijkheid het neuropsychologisch principe van crossmodale beïnvloeding tussen zintuiglijke kanalen te onderzoeken.

doel Het aantonen van tekorten in audiovisuele emotieherkenning bij patiënten met schizofrenie ten opzichte van patiënten die niet schizofreen zijn en een psychose hebben en gezonde controlepersonen, alsmede opheldering over de rol van verschillend verlopende crossmodaliteit hierbij.

methode Drie populaties (patiënten met schizofrenie, niet-schizofrene patiënten met psychose en gezonde controlepersonen; alle n = 50) werden onderworpen aan een neuropsychologische testbatterij, welke audiovisuele emotieherkenningstaken bevatte. Verschillende emoties en additietaken werden toegepast.

resultaten Bij patiënten met schizofrenie blijkt, ten opzichte van beide andere onderzoekspopulaties, sprake van verminderde crossmodale beïnvloeding tussen tegelijkertijd visueel en auditief aangeboden affectief geladen materiaal. Bovendien blijft bij patiënten met schizofrenie het gevonden patroon onveranderd na toevoeging van additieve taken, terwijl bij de controlepersonen en de niet-schizofrene patiënten met psychose de mate van crossmodale beïnvloeding hierbij afneemt.

conclusie De bevindingen van deze studie versterken de vermoedens op basis van eerdere, kleinschaliger studies dat audiovisuele emotieherkenning bij patiënten met schizofrenie anders verloopt dan bij controlepersonen zonder deze stoornis. Voorts wordt voor het eerst aangetoond dat dit laatste ook het geval is in vergelijking met niet-schizofrene patiënten met psychose.