achtergrond Auditieve verbale hallucinaties (avh) komen frequent voor bij patiënten met schizofrenie. Meestal reageren ze goed op antipsychotica, maar bij 25% zijn deze avh medicatieresistent. Deze chronische avh vormen een zware belasting in de eerste plaats voor de patiënt, maar ook voor de samenleving.

doel Door meer inzicht te verkrijgen in de pathofysiologie van avh kunnen alternatieve behandelingen voor deze patiënten ontwikkeld worden.

methode avh worden bestudeerd middels eeg, functionele kernspinresonantie (fmri) en herhaalde transcraniële magnetische stimulatie (rtms). Bevindingen zullen in de afzonderlijke sessies besproken worden.

resultaten Activiteit tijdens avh wordt vooral gevonden in de frontale en temporale taalgebieden van de rechter en linker hemisfeer. De activatie wisselt sterk tussen patiënten. Op basis van individuele fmri-scans kan gerichte rtms-behandeling worden toegepast om de avh te verminderen. In een openlabelstudie bleek deze methode effectief. Momenteel wordt fmri-gestuurde tms-behandeling in een grote rct getest. Wanneer de fmri-scans als groep geanalyseerd worden, blijkt vooral de rechter frontale cortex sterk actief tijdens avh. Dit gebied lijkt een specifieke rol te vervullen in het ontstaan van avh. Ook eeg-onderzoek toont aan dat de taalgebieden van linker en rechter hersenhelft actief zijn tijdens avh. Mogelijk draagt een gebrek aan samenwerking tussen deze gebieden bij aan het ontstaan van avh.

conclusie Tijdens avh wordt activiteit gezien in de frontale en temporale taalgebieden van rechter en linker hemisfeer. Pathofysiologisch zijn er aanwijzingen voor een gebrek aan inhibitie van de rechter homoloog van het gebied van Broca, tezamen met een gebrek aan samenwerking tussen de frontale en temporale taalgebieden van beide hemisferen. De pathologische activiteit tijdens avh kan middels rtms geremd worden, wat mogelijk een gunstig effect heeft op de frequentie van avh (Sommer & Slotema 2007).