achtergrond Obsessieve-compulsieve stoornissen vormen een groep fascinerende aandoeningen die worden gekenmerkt door repetitief gedrag. Om ernst te kunnen maken met preventie (primair, secundair of - in de meeste gevallen - tertiair) is het cruciaal iets te begrijpen van de fenomenologie, de disfunctionele denkpatronen van patiënten en hun relatie met onderliggende biologische processen.

doel Eigen onderzoek naar ocs en haar onderliggende neurobiologie te presenteren. Onderwerpen variëren van structurele (en functionele) neuro-imagingstudies, genetische studies, tot behandelstudies en cognitieve modellen, en wat zij ons vertellen over eventuele onderliggende processen.

methode Zowel eigen empirisch onderzoek wordt gepresenteerd, als literatuuronderzoek naar nieuwe aangrijpingspunten voor behandeling.

resultaten De bevindingen wijzen alle in de richting van specifieke disfuncties bij ocs.

conclusie Aan ocs liggen specifieke disfunctionele denkprocessen ten grondslag, gekenmerkt door structurele zowel als functionele hersenafwijkingen, en ook specifieke genetische afwijkingen. Daarmee zijn aarzelend de eerste schreden gezet richting predictieonderzoek naar risicodragers binnen gezinnen en in de populatie.