Op basis van de fenomenologie is een waan niet gemakkelijk te onderscheiden van een niet-psychotische sterke overtuiging, zoals een obsessie bij obsessieve-compulsieve stoornis (ocd). Dit bemoeilijkt de diagnostiek, en uiteindelijk ook de behandeling. Toch zijn hierbij wel handvatten mogelijk. Na bespreking van de definitie van de waan zoals deze in de dsm-iv-tr gebruikt wordt, worden systematisch de verschillende aspecten van de definitie van de waan scherp tegen het licht gehouden en getoetst op hun validiteit. Daarbij blijkt dat op veel punten niet scherp het onderscheid gemaakt kan worden tussen waan en nietwaan, maar dat er sprake is van een meer dimensionele verdeling. Aan de hand van de definitie in de dsm van obsessies wordt bezien wat de verschillen met de waan zijn en waar waan en obsessie vergelijkbare verschijnselen beschrijven. Daarbij blijkt dat de criteria 'inzicht' en (de mate van) 'overtuiging' vaak gebruikt worden om het verschil aan te duiden, terwijl deze criteria maar in beperkte mate daadwerkelijk onderscheidend zijn. Aan de hand van casuïstiek worden overlap en verschillen tussen obsessie en waan geïllustreerd, en worden praktische handvatten geboden voor passende diagnostiek.