Buikpijn is een veelvoorkomende klacht bij kinderen en staat in de top vijf van redenen voor een bezoek aan de huisarts. In 90 tot 95% van de gevallen wordt er geen lichamelijke oorzaak gevonden voor de buikpijn, en wordt deze dus beschouwd als 'functioneel'. Comorbiditeit met depressie en voornamelijk angst is hoog. Daarnaast kan het hebben van functionele buikpijn op de kinderleeftijd een mogelijke risicofactor zijn voor het ontstaan van psychiatrische aandoeningen op latere leeftijd. Hierdoor zijn er theorieën ontstaan die er vanuit gaan dat internaliserende stoornissen en functionele buikpijn een vergelijkbare etiologie hebben. Meer inzicht hierin zou handvatten kunnen geven voor een effectieve behandeling voor functionele buikpijn, die mogelijk zelfs het ontstaan van psychiatrische stoornissen op latere leeftijd zou kunnen voorkomen.

Middels een literatuurstudie is getracht psychologische factoren te identificeren die zowel in de etiologie van angst als van functionele buikpijn een belangrijke rol spelen. Copingstrategieën, ervaren controle, selectieve aandacht en overtuigingen of believes blijken bij beide stoornissen relevant te zijn.

Besproken zal worden hoe deze factoren onderzocht zullen worden in een gerandomiseerde studie naar de effectiviteit van een korte cognitieve gedragstherapie voor kinderen met buikpijn.