De boeken uit de reeks Van A tot ggZ gaan steeds over een specifiek psychiatrisch probleem en in het bijzonder over hoe hiermee om te gaan. Deze populair- wetenschappelijke boeken zijn vooral bedoeld voor 'vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen, behandelaren en mantelzorgers, maar vooral ook voor de patiënten zelf en de mensen in hun directe omgeving', zo valt in het voorwoord van Omgaan met hechtingsproblemen te lezen. Het boek is de 21ste publicatie uit de reeks. In 7 hoofdstukken wordt ingegaan op oorzaak, beloop en behandeling van hechtingsproblemen. Zo is er onder meer aandacht voor de beschrijving van verschillende hechtingsstijlen, de rol van ouders, (ex-)partners en genen, en voor behandelingsmogelijkheden zoals cognitieve gedragstherapie en inzichtgevende psychotherapie. De nadruk van dit boek ligt evenwel op de gevolgen van hechtingsproblemen voor intieme relaties tussen volwassenen. Verlatingsangst en de mate van vermijding van intimiteit worden hierbij beschouwd als de belangrijkste mediërende factoren voor het ontstaan en de instandhouding van ernstige relatieproblemen. Dit is een helder geschreven en makkelijk toegankelijk boek. Wie echter dit boek aanschaft met de verwachting om iets meer te weten te komen over het klassieke concept 'hechting', waarin de relatie tussen het jonge kind en de primaire verzorger centraal staat, komt wat bedrogen uit. Gezien de focus van dit boek had een titel als Omgaan met relatieproblemen de lading beter gedekt.

M. Wiznitzer