De auteur van dit boek is predikant en psychoanalyticus. In de eerste bijdrage van deze bundel schetst hij de 'ontstaansgeschiedenis' van zijn beroepskeuze. Tevens zet hij de bakens uit voor de volgende artikelen. Inderdaad: de wisselwerking tussen psychologie en theologie ziet de auteur niet als een 'of-of-relatie', maar als een 'en-en-relatie', waarbij elk domein zijn eigen waarde behoudt. Zonder hem te citeren, is hij schatplichtig aan Antoon Vergote, die steeds sterk tegen een reductionistische valkuil gewaarschuwd heeft (zie bv. Vergote 1980).Het tweede artikel gaat over agressieproblematiek. Naast het onderscheid tussen constructieve en destructieve agressie, wordt door hem ook aandacht besteed aan het Hebreeuwse 'charah', toorn, en hij toont aan hoe Gods toorn als theologisch gegeven verschilt van de projectie van agressie op God vanuit de psychopathologie van de mens.In de volgende bijdrage schetst de auteur hoe hij - zeer praktijkgericht en kernachtig -therapeuten en pastors aanleert hoe distantie en betrokkenheid in de werkrelatie te hanteren.In het artikel Identiteit in de interreligieuze dialoog maakt hij een onderscheid tussen mono-, multi- en interreligieuze identiteit, met een voorkeur voor de laatste, aangezien deze het beste beantwoordt aan de 'samenklank' tussen de verschillende religieuze tradities. Vervang 'religieuze tradities' door 'therapieschooltradities' en dan kom je naar mijn mening tot een mooie beschouwing over hoe deze eveneens kunnen samenklinken …In het voorlaatste artikel worden verbanden besproken tussen geloofshoudingen en persoonlijkheidskenmerken volgens as ii van de dsm.Ten slotte wijdt Bodisco Massink een interessante beschouwing aan de gelijkenissen tussen psychoanalyse en theologie vanuit de joodse wortels van Freud. 'Wie einen heiligen Text'; beide hebben namelijk de taal als cruciale 'werkplaats': de theologie om de Schrift steeds weer te actualiseren, de psychoanalyse om de dode taal van de psychopathologie open te breken (p. 110).Een bundel om te savoureren in zijn helderheid en bescheidenheid.

M. Calmeyn