Dit leerboek, geschikt voor studenten psychologie in de bachelorfase, is een grondige bewerking van het gelijknamige boek uit 1995. Er is een nieuw theoretisch kader toegevoegd en de literatuur is bijgewerkt. Door de vele samenvattingen en kaders is het boek onderwijsvriendelijk vormgegeven. Het boek valt uiteen in drie delen en tien hoofdstukken. Deel één behandelt de geschiedenis van de psychologische diagnostiek, deel twee is een formele en deel drie een inhoudelijke benadering van het diagnostisch proces. Tot slot worden in deel vier nog enkele dilemma's behandeld.
In veel opzichten is het een tamelijk abstract boek, de methodologische en wiskundige aanpak overheerst. In andere opzichten is het weer erg concreet, bijvoorbeeld in de beschrijving van de opleiding voor gz-psycholoog en psychotherapeut. Deze concrete aanpak leidt snel tot veroudering van de informatie, zoals die over de opleiding tot psychotherapeut, en dat is jammer.
Het boek scherpt vooral het denken over psychodiagnostiek aan, maar biedt geen handleiding voor de praktijk. In de masterfase van de studie heeft de student behoefte aan informatie over diagnostische methoden, zoals observatie, onderzoeksgesprek en testgebruik. Voorts moet dan worden onderwezen wanneer en hoe een nderzoeksgesprek wordt gevoerd, hoe observatie systematisch kan plaatsvinden en hoe een test wordt afgenomen. Testinterpretatie en de methodische koppeling van informatie uit deze drie bronnen is een volgende stap, die de diagnosticus in opleiding in andere boeken moet en kan vinden.
De uitwerkingen die de auteurs bieden, verraden hun afkomst uit de ontwikkelingspsychologie en statistiek. Al met al brengen ze veel waardevolle informatie op een systematische wijze bij elkaar in een goed bruikbaar handboek.

J.J.L. Derksen