In een huis-, tuin- en keukenverhaal brengen Marleen Vanvuchelen (auteur) en Ingrid Godon (illustrator) het dagverloop van Kaat en haar broertje met autisme, Stijn, tot leven. Telkens worden de twee kinderen in een dagelijkse situatie naast elkaar geplaatst. Als Kaat steeds weer de vraag stelt of Stijn stout is, reageren de ouders met 'Stijn is … anders'. Op den duur ontstaat een communicatieconflict tussen de kinderen, waarbij Kaat zich verongelijkt voelt.

De auteurs geven dan het verhaal een andere wending. Stijn gaat een dagje naar oma en opa. Kaat mag zoals haar broer in vergelijkbare situaties 'anders' zijn. Zuslief vindt dit op den duur maar niks, maar geniet wel van de exclusieve aandacht van haar ouders. Kaat ziet al doende in wat het anders zijn van Stijn betekent en de ouders komen tot het besef dat ook hun dochter graag eens in het middelpunt van de belangstelling staat.

In het verhaal komt een afwisseling van beschrijving en dialoog voor. De woordenschat is eenvoudig en de zinnen zijn kort, zodat een beginnende lezer het boek zelfstandig kan lezen. Door de eenvoudige verhaallijn en de toegankelijke manier waarop de autisme-thematiek verwerkt wordt, is het verhaal ook geschikt als voorleesverhaal voor vier- en vijfjarigen. De kleurige, expressieve illustraties tonen de essentie van het verhaal. De illustrator slaagt erin om via ongewone perspectiefname duidelijke accenten te leggen.

Dit boek verdient een plaatsje in de rij van kinderboeken die op een transparante en pretentieloze wijze een probleem in een juist kader plaatsen op het niveau van jonge kinderen. Het siert de auteurs dat ze de kinderen niet om de oren slaan met een 'dit-is-ernstig-gevoel', maar de thematiek helder en luchtig naar voren brengen.

H. Hellemans