Neurodiversiteit begrijpen in 33 vragen
Met dit mooi vormgegeven, aangenaam geschreven boek pogen de auteurs in 33 vragen een nieuwe blik te werpen op het thema ‘neurodiversiteit’. Ze proberen hierbij afstand te nemen van de medisch-diagnostische blik waar de psychiatrische wereld graag op terugvalt. Zo willen ze een alternatieve denkwijze aanbieden die uitgaat van het spectrum van neurodiversiteit – niet te verwarren met neurodivergentie, wat nog meer geassocieerd is met stoornissen, aldus de auteurs.
Mondjesmaat kom je als lezer meer te weten over wat daar dan precies mee bedoeld wordt, alleen moet je er soms juist te lang op wachten waardoor je hun uitleg naar mijn idee niet zo goed kunt plaatsen. Het denken in een spectrum komt vaak naar voren in het boek. Daarbij gaan we niet uit van een categorisatie, maar meer van een continuüm van kenmerken; dit is naar mijn idee een verrijking in het denken.
We zijn als mensen tenslotte niet te vatten in keurige categorieën, en een spectrum biedt zo veel meer kans om jezelf te ontwikkelen. Tinten van grijs, in plaats van dat binaire zwartwit. Alleen is het probleem met al die grijstinten dat je je erin kan verliezen, en dat is waar dit boek af en toe de mist ingaat. Het biedt een interessante andere kijk, eentje die we als medische professionals goed kunnen gebruiken, maar daarmee gaat het soms voorbij aan de noodzaak om het lijden te behandelen wanneer dat nodig is.
De rol van medicatie wordt dan weer erg geminimaliseerd, conform de niet-pathologiserende houding van de auteurs. Hoewel ik het eens ben met hun bedenkingen en met het voorzichtig omspringen met medicatie, mogen we ook niet vergeten dat dit voor veel neurodiverse mensen een enorm verschil kan betekenen in hun kwaliteit van leven. Bovendien is de focus vooral gericht op kinderen, en veel minder op de rol die medicatie bij volwassenen zou kunnen spelen. Zo bieden ze vaak uitgebreide handvatten om kinderen te ondersteunen, maar gaan wel heel vlotjes over handvatten om volwassenen te ondersteunen.
Het is niet altijd even duidelijk voor welk publiek dit boek geschreven is. Zo lijkt het meer gericht te zijn op het brede publiek, maar de auteurs geven ook regelmatig aan hoe hulpverleners baat kunnen hebben bij de verstrekte informatie. Hoewel het boek naar mijn mening voor de geestelijke zorgverlener te zeer aan de oppervlakte blijft, heeft het ongetwijfeld wel interessante perspectieven en antwoorden te bieden voor de neurodiverse lezer, of degenen die met deze doelgroep in aanraking komen. Zij kunnen meer leren en ook hun weg naar andere informatiebronnen vinden.
Amsterdam, Uitgeverij LannooCampus, 2024
ISBN 978-94-014-9966-8
264 pagina’s
€ 25,99
Elise Wuyts, volwassenenpsychiater, Sint-Niklaas