In dit artikel wordt een empirisch onderzoek beschreven naar de psychiatrische symptomatologie en psychologische kenmerken van `naoorlogse-generatie'-patiënten die zich voor behandeling hebben aangemeld bij de polikliniek van Centrum '45 te Oegstgeest. De patiënten (n = 46) zijn allen na de bevrijding geboren en hebben allen één of twee in de Tweede Wereldoorlog getraumatiseerde ouders. De inventarisatie van klachten en kenmerken werd verricht met behulp van psychiatrisch onderzoek en psychologisch testonderzoek.

De gemiddelde scores van het psychologisch testonderzoek en de aard van de DSM-III-R-diagnoses bleken vergelijkbaar met de scores en diagnoses van ambulante psychiatrische patiënten.

Bij zes van de zesenveertig onderzochte patiënten werden herbelevings- en vermijdingssymptomen gevonden, die inhoudelijk verwijzen naar de psychotraumatische ervaringen van de ouders.

Er werden geen significante verschillen gevonden in de gemiddelde scores bij het psychologisch testonderzoek van kinderen van één getraumatiseerde ouder in vergelijking met kinderen van wie beide ouders getraumatiseerd waren.

Kinderen die voor 1956 geboren zijn, vertonen in vergelijking met degenen die na 1955 geboren zijn, gemiddeld hogere scores voor vermijding, slaapklachten en neuroticisme en lagere scores voor extraversie.