Boekbespreking
Welke omgevingsfactoren spelen een rol in het ontstaan van dwangklachten? Een onderzoek bij eeneiige tweelingen
D.C. Cath
s-4
Uit de gegevens van meer dan 5.000 tweelingen uit het Nederlands Tweelingen Register komt naar voren dat 53-64% van de variatie in obsessieve compulsieve stoornissen (ocs) wordt verklaard door 'unieke' omgevingsfactoren. Om deze te onderzoeken, zijn vergelijkingen binnen eeneiige tweelingen die discordant zijn voor obsessieve compulsieve symptomen bij uitstek informatief. De vergelijking tussen monozygote (mz) tweelingen die hoog- en laagconcordant zijn is informatief voor het onderzoeken van de omgevingsfactoren die door een tweelingpaar worden gedeeld. In 2002 werd bij een grote groep van volwassen tweelingparen en hun familieleden een verkorte versie van de Padua Inventory afgenomen (meet obsessief compulsief gedrag). Door een stringent criterium voor hoog en laag scoren op oc-gedrag toe te passen (hoog: score > 17, laag: score <7), vonden we 25 mzdiscordante paren, 17 hoogconcordante en 512 laagconcordante paren. Binnen de discordante groep rapporteerden de hoog scorende tweelingen als meest opvallend gebeurtenis meer seksueel misbruik. Vergelijking laag-hoogdiscordant liet zien dat het geboortegewicht van de discordante tweelingen lager was, en dat zij meer verkeersongevallen en seksueel misbruik hadden meegemaakt. De hoogconcordante groep was minder vaak dan de andere groepen actief in de kerk, en had een lager opleidingsniveau. Dit laatste gold zowel voor henzelf, als voor hun partners en vaders.