Exposure Therapy for Anxiety. Principles and practice
De drie auteurs hebben als doel om een praktische en verstaanbare gids te schrijven om exposuretherapie als behandeling voor een brede scoop van angststoornissen. Hun uitgangspunt hierbij is dat exposuretherapie een effectieve en op evidence gebaseerde methode is, die helpt om excessieve angst te verbeteren, los van de diagnostische categorie.
Het boek is opgedeeld in drie delen, waarbij in het eerste deel ingezoomd wordt op een aantal fundamentele aspecten van exposuretherapie. Eerst geven auteurs een goede definitie van deze therapie en een historisch perspectief erop, waarbij zij ook ingaan op systematische desensitisatie (Salter 1949; Wolpe 1958), flooding en implosieve therapie (Stampfl & Lewis 1967). Vervolgens beschrijven zij de beschikbare wetenschappelijke gegevens voor exposuretherapie. Hierna schetsen zij het theoretische kader dat verklaart hoe klinische angst ontstaat en blijft bestaan. De volgende hoofdstukken zijn zeer praktijkgericht. Men bespreekt hoe de behandeling te plannen, uitgaand van een degelijke inschatting van de symptomen, om ten slotte te komen tot een algemeen overzicht van de toepassing van de verschillende exposuretechnieken.
In het tweede deel van dit boek bespreken de auteurs het implementeren van exposuretherapie voor specifieke types van angst. Achtereenvolgens gaan zij in op de diergerelateerde en omgevingsgerelateerde angst, sociale angst, ongewilde intrusieve gedachten, overdreven zorgen rond gezondheid en lichamelijke sensaties, smetvrees, posttraumatische angst en tot slot de angst voor bloed, injectie en verwonding. Deze hoofdstukken zijn telkens op dezelfde manier opgebouwd: presentatie van symptomen, theoretische achtergrond voor exposure, functionele anamnese, psychoeducatie en uitvoeren van exposure.
In het laatste deel staan auteurs stil bij de exposure bij complexe casussen en bij kinderen, het betrekken van belangrijke derden bij de behandeling, de combinatie van exposuretherapie en medicatie en het behouden van de bereikte verbetering na behandeling. Men eindigt met een risico-batenanalyse bij exposuretherapie. Dit boek geeft een volledig overzicht van de theoretische en praktische aspecten van exposuretherapie bij angststoornissen. Voorkennis van cognitieve gedragstherapie lijkt wel een vereiste. Een sterk punt van dit boek is zijn praktijkgerichtheid, het staat namelijk vol casussen en praktische tips. Het vormt daarom een goede leidraad voor beginnende therapeuten of als naslagwerk voor de meer ervaren therapeuten.
H. Tandt