Treating Sexual Desire Disorders. A Clinical Casebook
Dit boek is een postume uitgave na het schielijk overlijden van Sandra Leiblum, zonder twijfel één van de iconen van de sekstherapie van de laatste decennia. Ze had zelf niet meer de kans om het geheel af te maken waardoor Leonore Tiefer die taak – in de geest van Leiblum – heeft overgenomen.
Hulpverleners die aandacht hebben voor de seksuele problemen van hun patiënten of cliënten worden in hun praktijk niet alleen vaak geconfronteerd met problemen rond seksueel verlangen (hypoactive sexual desire disorder), maar ervaren eveneens dat deze niet altijd vlot te behandelen zijn. Het feit dat een klassieke sekstherapeutische aanpak niet altijd leidt tot een oplossing voor verlangenproblemen, heeft veel auteurs ertoe aangezet om een alternatieve behandelingsstrategie voor of benadering van verlangenproblemen te formuleren.
Het is de verdienste van Leiblum om deze verschillende visies in één boek samen te brengen. Daarbij voorziet zij niet alleen in een opsomming van theorieën, maar illustreert deze tevens met interessante klinische vignetten waarin de auteurs de toepasbaarheid van de voorgestelde aanpak toelichten. In een eerste hoofdstuk geeft Leiblum zelf een state-of-the-art over (de behandeling van) problemen met seksueel verlangen. Daarbij heeft ze aandacht voor de definitie, prevalentie, etiologie, geslachtsverschillen, leeftijdsverschillen, diagnostiek en farmacotherapie van verlangenproblemen.
In de rest van dit boek komen verschillende auteurs aan bod die elk hun eigen visie over en ervaring met het behandelen van problemen met seksueel verlangen toelichten. Perel, Schnarch, Hall en Treadway lichten in hun respectievelijke hoofdstukken toe hoe ze bij cliënten met langdurende relaties trachten een revival van het seksueel verlangen aan te wakkeren.
McCarthy en Breetz gaan uitgebreid in op een gebrek aan seksueel verlangen bij mannen, een probleem dat in de klinische praktijk niet vaak wordt gezien – uit schaamte? Ook krijgt het niet altijd veel erkenning – immers, mannen hebben toch altijd zin in seks, volgens de mythe. De mythes die rond seksueel verlangen bestaan en de wijze waarop deze de problemen en hulpverlening rond zinproblemen (negatief) beïnvloeden, worden in de bijdragen van Tiefer en Kleinplatz niet alleen kritisch ter discussie gesteld, maar ze beschrijven ook hun alternatieve benadering en geven aan hoe deze de hulpverlening kan verrijken. Nadat Basson de invloed van de wijze van diagnostiek op het behandelproces heeft verduidelijkt, brengt Brotto de waarde van een combinatie van cognitieve gedragstherapie en mindfulness voor de behandeling van verlangensstoornissen over het voetlicht. In de andere hoofdstukken is er nog aandacht voor problemen met verlangen bij vrouwen met borstkanker (Krychman), relatieproblemen (Snyder) en de waarde van androgenen (Korda) en psychofarmaca (Saks) in de behandeling ervan.
Dit werk is een rijke inspiratiebron voor alle hulpverleners die wel eens het gevoel hebben gehad dat het behandelen van zinproblemen niet vanzelfsprekend is. Maar ook voor hulpverleners die geen zin hebben om zinproblemen met hun patiënten/cliënten te bespreken is dit werk een aanrader. Immers, het zal hen ongetwijfeld de zin ervan doen inzien om dit wel te doen en het zal hun zin om dit wel te doen, vergroten.
P. Enzlin