Dit boek is geschreven voor ouders van jongeren die te maken krijgen met het al dan niet opstarten van medicamenteuze therapie ten gevolge van de aanwezigheid van een psychiatrische aandoening bij hun kind. De auteur heeft zich als doel gesteld op een directe manier, directe vragen van ouders aangaande desbetreffende therapie te beantwoorden. Het boek bestaat uit drie gedeeltes. Het eerste gedeelte draagt de titel ‘Wat elke ouder dient te weten aangaande psychiatrische medicatie bij kinderen’. Het is opgebouwd in de vorm van vragen gesteld door ouders, gevolgd door een door de auteur geformuleerd antwoord. Naast basiskennis komen evaluatie, diagnostiek, behandelplan en follow-up aan bod. Het tweede gedeelte, ‘Veelvoorkomende psychiatrische stoornissen bij kinderen’, omvat een beschrijving van de meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden. Er wordt een beschrijving van de stoornis gegeven, gevolgd door de specifieke (medicamenteuze) behandelmogelijkheden. Het derde gedeelte, ‘De psychotrope medicaties’, geeft gedetailleerde informatie over hoe medicatie werkt, voor welke stoornissen medicatie wordt gebruikt, alsmede informatie over dosering, toediening en bijwerkingen. Het boek is vlot leesbaar, maar veronderstelt wel een degelijke kennis van de Engelse taal. Aangezien Wilens het boek schrijft specifiek voor ouders, kan dit voor de Nederlandstalige ouder een groot nadeel te zijn. Het boek zelf is overzichtelijk samengesteld en de auteur maakt veelvuldig gebruik van tabellen en overzichtsboxen. De auteur haalt het belang van een goede relatie tussen ouders en behandelaar aan en benadrukt tevens de rol van ouder als primaire ondersteuner en observator bij de medicamenteuze behandeling van het eigen kind. Wilens geeft aan dat het boek tot dusver een van de enige boeken is, geschreven specifiek voor ouders, met een zo grote hoeveelheid aan informatie aangaande verscheidene ziektebeelden en medicatie. Hierin heeft hij zeker gelijk; de vraag is alleen of er behoefte is aan zo’n soort boek. De ouder van een kind met een specifieke psychopathologische stoornis en de hiermee gepaard gaande vragen zal slechts een klein gedeelte van het boek bruikbaar achten voor de unieke situatie van het eigen kind. Het boek biedt een ouder wel correcte en interessante informatie, maar er is sprake van een overaanbod van informatie. Daarbij is de informatie die Wilens de ouder aanbiedt volgens mij informatie die überhaupt niet mag ontbreken tijdens de contacten tussen ouders en behandelaar. Dit maakt dat het boek voor ouders geschikt kan zijn om verkregen informatie thuis na te lezen, maar het kan geenszins de consultaties bij de behandelaar vervangen. Het geeft de arts in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater, de (beginnend) praktiserende kinder- en jeugdpsychiater en anderen betrokkenen bij het hulpverleningsproces wel een overzicht op de vragen die ouders mogelijk hebben wanneer men denkt aan het opstarten van een (bijkomende) medicamenteuze behandeling. Ook kan men het boek gebruiken als leidraad tijdens eigen consultaties om te kunnen anticiperen op veelgestelde vragen van ouders.

 

S. Wilson