achtergrond De vraag: wat werkt voor wie (Fonagy) is zeer relevant, ook bij de vroeg getraumatiseerde patiënten met een ptss en persoonlijkheidsstoornis.
doel 1. De verschillende psychotherapeutische perspectieven op comorbide ptss en as-II-stoornissen ten opzichte van elkaar kunnen plaatsen. 2. De kennis en leemten hierover beter in beeld hebben. 3. Beter in staat zijn op basis van informatie de indicatiestelling bij deze doelgroep te verrichten. 4. Zicht hebben op het nut van stabiliseren versus openleggen.
methoden Discussie onderling en met de zaal over de relatieve indicaties van gepresenteerde behandelingen. Stellingen: 1. Er is enige maar nog onvoldoende kennis om de indicatiestelling te onderbouwen. 2. Aandacht in de behandeling voor de samenhang van de persoonlijkheidsproblematiek met trauma is van groot belang. 3. Alle behandelvormen maken gebruik van zowel stabiliserende als openleggende technieken.