achtergrond De diagnostiek van jongeren met een autismespectrumstoornis (ass) vindt plaats op basis van het fenotype, ofwel op basis van afwijkend gedrag. Dit afwijkende gedrag wordt gemeten door middel van vragenlijsten, interviews en observaties. Het is echter van belang te onderzoeken welke biologische processen ten grondslag liggen aan deze verstoorde gedragingen.
doel Deze presentatie zal inzicht geven in twee onderliggende mechanismen die mogelijk meer inzicht geven in de problemen van jongeren met een ass, namelijk de visuele waarneming en de fysiologische reactiviteit. Inzicht zal worden gegeven waarom juist deze twee onderliggende mechanismen onderzocht worden.
methoden De twee onderliggende mechanismen worden onderzocht bij een groep van 109 jongeren tussen de 12 en de 18 jaar met een ass, 50 klinische controlepersonen en 50 typisch ontwikkelende controlepersonen. De visuele waarneming wordt in kaart gebracht met behulp van een eyetracker: een computer die de oogbewegingen van de jongeren kan meten. Om de fysiologische reactiviteit te bepalen, worden de hartslag en de huidgeleiding (zweetsecretie) gemeten.
resultaten De dataverzameling van dit onderzoek loopt nog, verwacht wordt wat eerste beschrijvende gegevens te kunnen tonen.
conclusie Tijdens deze presentatie zal worden verteld hoe visuele waarneming en fysiologische reactiviteit gemeten kunnen worden en waarom het van belang is om deze processen in kaart te brengen bij jongeren met een ass.