achtergrond Omdat hart- en vaatziekten (hvz) veel voorkomen, is het belangrijk te weten wie een verhoogd risico hebben. Ondanks dat persoonlijkheid en levensgebeurtenissen samenhangen met hvz-morbiditeit en -mortaliteit, is er weinig onderzoek gedaan naar hun relatie met hvz-risicofactoren zoals verhoogde lipiden, verhoogde glucosewaarden, hoge bloeddruk en obesitas.
doel Studies naar associaties tussen persoonlijkheid of levensgebeurtenissen en hvz-risicofactoren zijn schaars en wisselend van resultaat, en richten zich niet op de samenhang tussen persoonlijkheid en levensgebeurtenissen. Daarom onderzochten wij in de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (nesda) deze relatie. methoden We onderzochten 2729 deelnemers van de nesda-studie op de Big Five-persoonlijkheidtrekken extraversie, openheid, meegaandheid, neuroticisme en conscientieusheid (neo-Five Factor Inventory), trauma en levensgebeurtenissen in de kindertijd en levensgebeurtenissen in het afgelopen jaar. Ook werden lipiden, glucosewaarden, bloeddruk en obesitas bepaald.
resultaten Onze resultaten lieten zien dat trauma in de kindertijd en extraversie ongunstig samenhingen met hvz-risicofactoren, en dat openheid en neuroticisme juist gunstig gerelateerd waren. Deze resultaten stonden los van leefstijl en van depressie en angst.
conclusie De ongunstige relatie met trauma zou verklaard kunnen worden door de samenhang hiervan met een lagere sociaal-economische status, verdere psychopathologie of een reset van het stresssysteem. De ongunstige relatie tussen extraversie en hvz-risico kan komen doordat extraverte mensen zoeken naar externe stimulatie en sociale gebeurtenissen, waardoor ze een ongezondere leefstijl ontwikkelen. De gunstige invloed van openheid kan verklaard worden door meer interesse in activiteiten en gezondheidsinformatie. De gunstige associatie van hvz-risico met neuroticisme kan komen doordat neuroticisme samenhangt met een sobere levensstijl. Voorgenoemde resultaten vergroten onze kennis over welke persoonlijkheidstrekken en levensgebeurtenissen samenhangen met hvz-risicofactoren. Verder onderzoek zal onze conclusie moeten verifiëren, om uiteindelijk hulpverleners te kunnen faciliteren bij het identificeren van personen die kwetsbaar zijn voor een ongunstig hvz-risicoprofiel.