achtergrond Bij autochtone jongeren is er een sterke relatie tussen psychiatrische stoornissen en criminaliteit. Bij allochtone jeugdigen is dit niet onderzocht.
doel Onderzoek van de relatie tussen psychiatrische stoornis, toerekeningsvatbaarheid en het behandeladvies bij autochtoon Nederlandse (n = 2694) en allochtone (n = 1393) verdachten.
methoden Vergelijking van de rapportages Pro Justitia van autochtone (n = 2694) en allochtone (n = 1393) verdachten tussen 12 en 17 jaar oud die gemaakt zijn tussen 2000 en 2005 in Nederland. Voor de mate van toerekeningsvatbaarheid en het behandeladvies werd een oddsratio berekend met correctie voor demografische en psychiatrische kenmerken.
resultaten De prevalentie van as-Istoornissen bij autochtone en allochtone verdachten is gelijk (74,4% respectievelijk 76,8%). Bij autochtone verdachten is de kans op een (sterk) verminderde toerekeningsvatbaarheid groter. Bij allochtone verdachten wordt vaker een pij-maatregel geadviseerd.
conclusie Bij allochtone jongeren is de relatie tussen psychiatrische stoornissen en criminaliteit minder sterk, terwijl zij vaker een advies voor een pij-maatregel krijgen. Het is uit deze gegevens onduidelijk of dit gebaseerd is op vooroordelen.