achtergrond Een herziening van de multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen is nodig in verband met nieuwe wetenschappelijke kennis over effectieve interventies en wijzigingen in de organisatie van de zorg.
doel De belangrijkste veranderingen van de herziening van de richtlijnen hypochondrie, sociale angststoornis en gegeneraliseerde angststoornis worden besproken alsmede implicaties voor de praktijk.
methoden De wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de hypochondrie, sociale angststoornis en gegeneraliseerde angststoornis vanaf 2001 werd verzameld, beoordeeld en verwerkt in de herziene versie van de richtlijn.
resultaten Voor alle angststoornissen zijn belangrijke veranderingen ten opzichte van de eerste versie van de richtlijn: 1. De positionering van basisinterventies die altijd toegepast dienen te worden. 2. Er zijn meer aanwijzingen voor enige voorkeur voor psychologische behandeling als eerste stap van behandeling wat betreft verminderde kans op terugval op termijn. 3. Wat te doen bij middelenafhankelijkheid? 4. Bij hypochondrie is de cognitieve gedragstherapie (cgt) verder geëxpliciteerd. 5. Bij de sociale angststoornis is bij de farmacotherapie venlafaxine toegevoegd naast de ssri's. 6. Wat betreft de gegeneraliseerde angststoornis blijken alle ssri's effectief te zijn en is er een verdere versterking van de effectiviteit van cgt. 7. De nieuwe behandelalgoritmes worden besproken.
conclusie De nieuwe richtlijn geeft aanwijzingen voor een stepped-care behandeling van deze angststoornissen. Meer nadruk is gegeven aan niet-medicamenteuze behandelvormen. Medicamenteuze behandelingen worden gereserveerd voor de meer langdurige, ernstige en voor psychotherapie resistente angststoornissen alsmede voor angststoornissen met een comorbide ernstige depressieve stoornis.