achtergrond De Global Assessment of Functioning Scale (gaf) is een maat voor het sociaal, beroepsmatig en psychologisch functioneren van volwassen psychiatrische patiënten. De betrouwbaarheid van de gaf is in diverse onderzoeken aangetoond. Dit gebeurde altijd in een onderzoekssetting. In de klinische praktijk is het echter maar de vraag of er sprake is van voldoende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en constructvaliditeit.
doel De betrouwbaarheid en validiteit van de gaf vaststellen bij gebruik van de schaal in de poliklinische praktijk bij patiënten met een depressieve stoornis.
methoden Vierhonderddrieëndertig ambulante patiënten met een depressieve stoornis kregen bij intake een gaf-score van zowel de intake- arts als van een onderzoeksverpleegkundige. Om de betrouwbaarheid van de schaal te meten, werden de onderlinge associaties van deze scores berekend. Om de validiteit te meten werd de gaf van de arts vergeleken met scores op ernstmaten als de Montgomery-Åsberg Depression Rating Scale (madrs), Beck Depression Inventory (bdi), Brief Symptom Inventory (bsi) en Short Form-36 Health Survey (sf-36).
resultaten Er werd een zeer zwak statistisch verband gevonden tussen gaf-scores van de arts en de onderzoeksverpleegkundige (r = 0,23). Er was dus sprake van slechts 4% (= 0,232) verklaarde variantie. De gaf van de arts hield significant verband met de ernst van de depressie op de madrs en bdi, en depressieve symptomen, somatische klachten en het totaal aan klachten op de bsi. Op het gebied van functioneren werd er met name een verband gevonden tussen gaf en fysiek functioneren, sociaal functioneren en geestelijke gezondheidstoestand op de sf-36.
conclusie In de klinische praktijk - bij patiënten met een depressieve stoornis - is de gaf geen betrouwbaar meetinstrument gezien de matige interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Gezien het sterke verband met fysiek functioneren maakt dit de schaal ook weinig specifiek voor het sociaal, beroepsmatig en psychologisch functioneren alleen.