achtergrond Jeugdige delictplegers in Nederland worden in justitiële jeugdinrichtingen en verschillende gespecialiseerde instellingen behandeld. De forensische jeugdpsychiatrische kliniek De Catamaran in Eindhoven is een van de gespecialiseerde klinieken. In deze kliniek worden jongeren van 16 tot en met 24 jaar behandeld die met forse psychiatrische problemen kampen en veelal in aanraking zijn gekomen met justitie.
doel Doel van deze lezing is om gedragsveranderingen vast te stellen tijdens verblijf in een forensische jeugdpsychiatrische kliniek. Afhankelijk van de ernst en het type psychiatrische problematiek verwachten we meer of minder problemen.
methoden Van 82 jongeren is het functioneren tijdens verblijf gemeten met de fios (forensic inpatient observation scale, Timmerman e.a. 2001) en van circa 25 van deze jongeren zijn gegevens beschikbaar hoe zij hun eigen competenties beoordelen in vergelijking met anderen (Competentiebelevingsschaal voor adolescenten (cbsa), Treffers 1993). De geobserveerde gedragsveranderingen zijn geanalyseerd met behulp van een semiparametrisch mixed model waarbij individuen in een traject worden geplaatst op basis van posterior probability. Met behulp van de Reliable Change Index zijn de klinisch relevante veranderingen op competentieniveau vastgesteld. resultaten Uit het mixed model blijkt dat op basis van de fios verschillende trajecten zijn te onderscheiden op schaalniveau - uitgaande van acht herhaalde metingen in twee jaar tijd. Of een traject al dan niet problematisch is, hangt samen met wel of geen polydruggebruik en met psychotische stoornissen versus pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Op de cbsa worden in 27 tot 55% van de casussen klinisch relevante veranderingen gevonden tussen T0 en T1. Met name de jongeren met pervasieve ontwikkelingsstoornissen laten positieve klinisch relevante veranderingen zien.
conclusie Jongeren binnen een forensische jeugdpsychiatrische kliniek kennen verschillende trajecten en de ene jongere blijkt meer te profiteren van de behandeling dan de andere. De verschillende trajecten zijn niet strikt gebonden aan een dsm-classificatie, maar lijken veel meer gekoppeld te zijn aan een cumulatie van risicofactoren.