Externe partijen zoals het zorgkantoor en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (igz) vragen in het kader van externe verantwoording in toenemende mate naar onderbouwing van de geleverde zorg. Tot op heden spelen vooral de randvoorwaarden van die geleverde zorg, in termen van structuur- en procesindicatoren, een belangrijke rol. Maar hoe zit het nu met de daadwerkelijke uitkomsten van zorg?

De belangrijkste hoofdrolspelers in de gezondheidszorg, waaronder de igz, zorgverzekeraars, cliënten, professionals (Vereniging Landelijk Platform ggz, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie, Nederlands Instituut van Psychologen, Verpleging en Verzorging Nederland/Federatie Verpleegkundigen in de ggz) en zorgaanbieders (ggz Nederland), hebben in 1996 de Basisset prestatie- indicatoren ggz & Verslavingszorg ontwikkeld. Deze basisset is onlangs geëvalueerd door Tranzo (wetenschappelijk centrum voor transformatie in zorg & welzijn, Universiteit van Tilburg). Onderzocht is in hoeverre instellingen in staat zijn geweest de gevraagde gegevens over de prestatie- indicatoren aan te leveren.

In deze presentatie wordt naar aanleiding van een aantal onderzoeksresultaten uit de evaluatiestudie een relatie gelegd tussen externe verantwoording, interne sturing en de rol die prestatieindicatoren kunnen spelen.

conclusie Instellingen zouden niet alleen op klassieke managementinformatie moeten sturen, maar juist ook de ambitie moeten hebben dit ook op uitkomsten van zorg te doen. Zowel interne als externe transparantie wordt hiermee vergroot, waardoor meer recht wordt gedaan aan het afleggen van interne als externe verantwoording van zorg.