achtergrond Het serotoninesyndroom is een ernstige, potentieel levensbedreigende bijwerking van stoffen met een serotonerge werking. Het serotoninesyndroom kan door verschillende antidepressiva veroorzaakt worden.

doel Inventariseren welke nieuwe generatie antidepressiva dit syndroom kunnen veroorzaken.

methode Literatuurstudie met behulp van Medline, met als trefwoord 'serotonine syndrome'.

resultaten Selectieve serotonineheropnameremmers (ssri's), te weten citalopram, escitalopram, sertraline, paroxetine, fluoxetine, en serotonine-noradrenalineheropnameremmers (snri's) (venlafaxine en duloxetine), tramadol, mirtazapine, reversible monoamino-oxidaseremmers (mao-remmers) (zoals moclabamide) kunnen, in een therapeutische of een toxische dosering, het syndroom veroorzaken, alleen of in combinatie met andere middelen die de serotoninehuishouding beïnvloeden: o.a. linezolid, non-reversible mao-remmers, nieuwe generatie antipsychotica, L-tryptofaan, andere antidepressiva enz. Het serotoninesyndroom wordt veroorzaakt door overmatige stimulatie van de 5-ht1A-receptor en mogelijk de 5-ht2-receptor. Dopamine, catecholamines en tryptamine zouden eveneens een rol kunnen spelen. Het klinische beeld kan variëren van lichte symptomen met tremor en transpireren tot manisch- psychotische decompensatie en delirium. Behandeling van het syndroom bestaat uit het staken van het antidepressivum en een symptomatische behandeling van klachten en verschijnselen.

conclusie Het serotoninesyndroom kan door vele nieuwe-generatieantidepressiva veroorzaakt worden. Het is belangrijk bij aanvang van behandeling met antidepressiva patiënten in de gaten te houden en voorzichtig te zijn met het combineren van antidepressiva met andere medicijnen.