Hoewel een traumatische ervaring niet altijd aanwezig is bij patiënten die een conversiestoornis krijgen, rapporteren mensen met een conversiestoornis wel vaker dan andere patiënten seksueel misbruik in hun jeugd. Bij het behandelen van een conversiestoornis is traumaverwerking echter geen noodzakelijke interventie. Een psychologische behandeling gericht op het verminderen van de conversieklachten volstaat dikwijls. Dit ligt anders als de patiënt naast een conversiestoornis ook een ptss heeft. Echter, in de klinische praktijk deinst men terug voor actieve traumaverwerking bij deze patiënten uit angst dat de klachten zullen toenemen of omdat men denkt dat de conversieve aanvallen de traumabehandeling in de weg staan. Vaak wordt in plaats daarvan geprobeerd de patiënt te 'stabiliseren' en het trauma 'toe te dekken', meestal tevergeefs. Ook in gerandomiseerde trials worden deze patiënten vaak geëxcludeerd.

Er wordt een casus gepresenteerd van een vrouw met ptss, conversiestoornis (type pseudoepileptische aanvallen), anorexia nervosa en sociale fobie. De aanvallen komen vooral voor als reactie op stimuli die met haar traumatische ervaringen van seksueel misbruik te maken hebben. Er is een uitgebreide behandelvoorgeschiedenis, maar in geen van de behandelingen is het focus intensief gericht op traumaverwerking. Omdat exposurebehandeling nog nooit was ingezet, werd haar deze behandeling aangeboden. Het verloop daarvan wordt gepresenteerd en de bespreking wordt geïllustreerd met videomateriaal. De presentatie wordt afgerond met adviezen voor de klinische praktijk.