achtergrond Januari 2006 heeft het College Tarieven Gezondheidszorg voor de periode van 3 jaar 15 miljoen euro beschikbaar gesteld voor richtlijnontwikkeling over en inperking van de toepassing van separatie en afzondering in de ggz.

doel Is primair te komen tot een preventie en secundair tot een inperking van de duur van de toepassing van separatie, afzondering en fixatie.

methode Oktober 2006 is in het centraal beleidsoverleg op het gebied van dwang en drang van ggz Nederland een basisset gegevens vastgesteld. Vanaf november 2006 is deze set in een vijftal instellingen ingevoerd met als nevenoogmerk het vergelijken van uitkomsten tussen instellingen over een uitgangsperiode. In deze periode was binnen al de instellingen care as usual aan de orde. Dit maakte een vergelijking mogelijk over de situatie bij aanvang van de kwaliteitsontwikkeling. Bij een dergelijke vergelijking treden allerlei problemen op die te maken hebben met de ernst van de aangeboden populatie, de urbanisatiegraad van het verzorgingsgebied, verschillen en overeenkomsten in aanwezig personeel en verschillen en overeenkomsten in behandelbeleid. In de presentatie wordt ingegaan op de uitkomsten van deze vergelijking.

resultaten Cijfers over incidentie van separatie liggen tussen de 6 en de 25 per 100 opgenomen patiënten. In de presentatie wordt ingegaan op de voorspelling van de toepassing van separatie door variabelen als geslacht, leeftijd, diagnose, opnameduur, tijdsduur tussen separatie en opname, en het voorkomen van agressie gepaard gaande met geweld zoals uit de cijfers van alle instellingen tezamen en van de urbane en rurale instellingen separaat naar voren komt.

conclusie Voorlopige bevindingen laten zien dat het aandeel allochtonen in de urbane regio's vele malen meer is dan in de rurale regio's. Dit maakt dat de aard van de aangetroffen stoornissen ook anders is, met als gevolg verschillen in de aard van de zich presenterende agressie en de daarop volgende toegepaste dwang.