Het leerproces dat een student klinische psychologie doormaakt tijdens een stage verloopt ongetwijfeld met vallen en opstaan. Elke vorm van leren brengt fouten met zich mee. Goed weten wanneer je fouten maakt en ze verbeteren, is een cruciale vaardigheid in het verwerven van de competenties die nodig zijn om kwaliteitsvol klinisch werk te kunnen leveren. Het eigene van het leerproces dat een stagiair(e) klinische psychologie doormaakt - in de poging om zich diagnostische of therapeutische vaardigheden eigen te maken - is een onderwerp dat nog maar weinig aandacht heeft gekregen. De specifieke invalshoek van dit boek over de fundamenten van een stage in de klinische psychologie is daarmee vrij uniek en verrassend. Het doel van dit boek is studenten klinische psychologie helpen om op een wetenschappelijk verantwoorde wijze in de klinische praktijk te groeien. Als rode draad in dit verhaal gebruiken de auteurs een model over de vraag hoe een scientist-practitioner in de praktijk tot een mix komt van hoogstaande zorg voor de patiënten enerzijds en een goede (wetenschappelijk gezonde) expertise anderzijds. Elke kerncompetentie die een klinisch psycholoog kan verwerven, komt in dit boek aan bod, met telkens de vraag in het achterhoofd: hoe zou een scientist- practitioner in dit geval denken en handelen? Bij dit laatste gaat het dan vooral om het zoeken naar een verantwoorde mengeling van evidence- based practice en practice-based evidence. De wetenschappelijke onderbouwing van klinisch (voornamelijk therapeutisch) werken als psycholoog is daarbij de eerste bekommernis van de auteurs. Stagiair(e)s klinische psychologie kunnen ongetwijfeld veel van hun gading vinden in dit boek. Enerzijds biedt het handvatten voor gespreksvoering, voor interactionele vaardigheden in de communicatie met patiënten en voor het verbinden van assessment met behandeling. Anderzijds is dit boeiende en goed gedocumenteerde relaas ook interessant voor (beginnende) supervisoren die hun studenten op een kwaliteitsvolle wijze willen volgen. Het is vooral een praktisch boek, dat erg vlot leest, maar tegelijk een grote degelijkheid uitstraalt. De auteurs geven een verrassende kijk op beide kanten van het leerproces - als stagiair(e) en als supervisor - en ze doen dit niet op de wijze van een te eenvoudig 'kookboek', maar nemen de lezer mee in de veelzijdigheid van het vakgebied en de uitdagingen waar een student klinische psychologie voor staat.

S. Vertommen