Handbook of liaison psychiatry
In de afgelopen jaren kwam jaarlijks een Engelstalig standaardwerk uit op het gebied van de consultatieve psychiatrie en ziekenhuispsychiatrie: in 2004 de nieuwe editie van het Massachusetts general hospital handbook of general hospital psychiatry van Stern e.a., in 2005 het Textbook of psychosomatic medicine van de American Psychiatric Association (Levenson), en in 2006 Psychosomatic medicine van Blumenfield en Strain. De twee eerstgenoemde werden eerder in het Tijdschrift voor Psychiatrie besproken (Leentjens & Huyse 2005). Dit jaar verscheen dan dit Handbook of liaison psychiatry. De vraag dringt zich op wat dit boek onderscheidt van voornoemde handboeken. Hoewel dit boek zich richt op de internationale markt, is het in de eerste plaats een Engels boek. Van de 57 auteurs zijn er slechts 7 niet werkzaam in het Verenigd Koninkrijk. Zes van hen zijn afkomstig uit andere Europese landen en 1 uit de Verenigde Staten. Ik weet niet of dit een reflectie is van de gereserveerdheid van Engelsen tegenover alles wat niet-Engels is, maar het heeft in elk geval wel geleid tot een boek met een eigen signatuur. Zo is de inhoud van dit boek niet medebepaald door opleidingseisen van een (nieuwe) subspecialisatie, zoals die in de Verenigde Staten opgezet is. Ook neemt de dsm-classificatie geen centrale plaats in het boek in, wat verfrissend is. Hoofdstukken zijn niet gerangschikt volgens dsm-categorieën. Daar waar diagnostische criteria besproken worden, worden de dsm- en icd-criteria steeds naast elkaar gezet; discrepanties en controversen tussen beide systemen worden besproken, wat de conceptuele diepgang bevordert. Ten slotte richt dit boek zich meer expliciet op de consultatieve psychiatrie (liaison psychiatry) en minder op psychosomatic medicine in bredere zin. Zo zijn er geen hoofdstukken over andere manieren van multidisciplinaire samenwerking dan het verrichten van consulten, zoals multidisciplinaire poliklinieken, PsychMed Units en managed care. Het boek bestaat uit vijf delen. Het eerste deel bevat enkele inleidende hoofdstukken. Vreemd genoeg wordt er hierbij weinig aandacht besteed aan de praktische vaardigheden van de consultatief psychiater. In het tweede deel komt een aantal veelvoorkomende psychiatrische problemen aan de orde, waaronder: functionele somatische syndromen, alcohol- en drugsgerelateerde problemen, suïcidaliteit en automutilatie, en delier. Een algemeen hoofdstuk over depressies bij somatische aandoeningen wordt in dit deel node gemist. In het derde en grootste deel worden per somatisch specialisme de belangrijkste somatische aandoeningen besproken en de psychiatrische beelden die hierbij kunnen voorkomen. De delen vier en vijf beslaan samen zes hoofdstukken over behandeling, consultatie aan huisartsen en major disaster planning. De uitgebreide index maakt het boek heel bruikbaar voor de medicus practicus. Gezien de andere benadering is dit boek een goed alternatief voor - of een welkome aanvulling op - de bestaande Amerikaanse tekstboeken.
A.F.G Leentjens