achtergrond Persoonlijkheidsdiagnostiek wordt in de klinische praktijk primair middels anamnese, heteroanamnese en biografie verricht. Soms wordt ter objectivering tevens gebruikgemaakt van gestructureerde interviews, tests en vragenlijsten. Shedler en Westen doen een poging om descriptieve diagnostiek en meetbaarheid te integreren in hun Shedler-Westen Assessment Procedure (swap-200), waarbij 200 uitspraken over de patiënt via de Q-sortmethode moeten worden gerangschikt in 8 gradaties van toepasselijkheid. Hieruit ontstaat een dimensionaal profiel van Qscores, waaruit tevens zogenaamde dsm-iv Prototype Matching Scores gedestilleerd kunnen worden.
doel Onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van de swap-200 binnen de poliklinische psychiatrische praktijk.
methode Bij twintig poliklinische patiënten werd de persoonlijkheid in kaart gebracht via intake, swap-200, de Millon Clinical Multiaxial Inventory-III (mcmi-iii), en het Structured Clinical Interview for dsm-iv-Disorders (scid-ii). Convergente en discriminante validiteit werden onderzocht met behulp van correlatieanalyse.
resultaten Er wordt bevredigende convergente validiteit gevonden, zowel met betrekking tot de Q-scores en de mcmi-iii, als tot de Prototype Matching Scores met de scid-ii. Dit laatste vooral bij de vermijdende, schizotypische, theatrale, borderline en antisociale persoonlijkheidsstoornis.
conclusie De swap-200 is goed toepasbaar in de klinische praktijk en toont een veelbelovende dimensionale en classificerende persoonlijkheidsdiagnostiek. Nader onderzoek met een grotere patiëntenpopulatie is nodig.